Steeds vaker worden we benaderd met de vraag “Kunnen jullie ons helpen om de PageSpeed Insights score hoger te krijgen?”. Mocht je nog niet bekend zijn met PageSpeed Insights (voor het gemak ook wel afgekort tot ‘PSI’); het is een tool van Google waarmee je een website aan een audit kunt onderwerpen. Na afloop van de audit krijg je een score en een aantal aanbevelingen. Omdat we gemerkt hebben dat veel mensen de resultaten van deze audit op een verkeerde manier interpreteren, willen we het er graag even met je over hebben.

Google doet helemaal niets met de PageSpeed Insights score

Als je van deze blog één ding gaat onthouden, laat het dan het volgende zijn: Google doet helemaal niets met de PageSpeed Insights score. Da’s even schrikken, hè? Maar het is wel waar, want waar Google onder andere naar kijkt is de snelheid ofwel laadtijd van een website. De bovenstaande vraag zou dus moeten luiden: “Kunnen jullie ons helpen om onze website sneller te maken”. Maar in tegenstelling tot wat veel mensen denken, zegt de PSI score nou juist helemaal niets over de snelheid van een website. Ervaring leert ons dat het voor kan komen dat een website een hele mooie PSI score heeft, terwijl hij niet vooruit te branden is. Of juist andersom.

De PageSpeed Insights audit meet geen snelheid

Tijdens een audit wordt gekeken naar welke van de beschikbare methoden, die een website sneller kunnen maken, daadwerkelijk gebruikt worden. Een hoge score wil alleen maar zeggen dat je veel van die methoden ingezet hebt. Bij een lage score zul je een lijst krijgen met aanbevelingen voor methoden die je nog in zou kunnen zetten. De oplettende lezer zal echter de volgende melding zien: “Aanbevelingen – Deze suggesties kunnen helpen je pagina sneller te laden. Ze hebben geen directe invloed op de prestatiescore.” De verwarring is wat ons betreft compleet.

Google spreekt zichzelf tegen

Een van de aanbevelingen die we bij veel PageSpeed Insight audits voorbij zien komen betreft de ‘eliminate render-blocking resources’ ofwel ‘verwijder bronnen die de weergave blokkeren’. Deze aanbeveling vertelt ons dat we de niet-kritieke scripts en een CSS, die de eerste weergave (FP) tegen kunnen houden, uit moeten stellen. Dit kun je doen door de betreffende code naar de footer te verhuizen, waardoor die pas later geladen gaat worden. Zo is PSI van mening dat we dat ook moeten bij de Google Analytics scripts. Maar tegelijkertijd drukt Google Analytics ons op het hart dat we de betreffende code in de <head>-section (bovenin) moet plaatsen omdat het anders niet goed zal functioneren. Snap jij het nog?

De aanbevelingen zijn niet altijd haalbaar of rendabel

Het is goed om de aanbevelingen kritisch te bekijken en om niet alles klakkeloos door te willen voeren. Het comprimeren van afbeeldingen zal zonder twijfel leiden tot een betere laadtijd en is dus absoluut aan te raden. Maar sommige aanbevelingen zijn gewoonweg niet haalbaar óf rendabel. Zo kan het voorkomen dat een aanbeveling te maken heeft met een geïnstalleerde plugin die een belangrijke functionaliteit toevoegt aan een website. Daar heb je in veel gevallen geen invloed op. Voor andere aanbevelingen zul je een developer een dag aan het werk moeten zetten voor die verwachte besparing van slechts 0,32 seconden. De vraag is of die besparing in laadtijd de kosten kan verantwoorden?

De PageSpeed Insights score kan zomaar veranderen

We hebben geconstateerd dat de PSI score van een website kan veranderen zonder dat er iets aan de website gewijzigd wordt. Dat klinkt misschien raar, maar het wordt bevestigd door John Mueller, de senior webmaster trends analyst bij Google. In een antwoord op een vraag die hij via Twitter mocht ontvangen, zegt hij het volgende:


We hebben alleen de beschikking over lab data

PageSpeed Insights werkt met twee soorten data, te weten: lab data en field data. Het grote verschil zit hem in het feit dat lab data een gesimuleerde test betreft, uitgevoerd in een gecontroleerde omgeving en met voorgedefinieerde apparaat- en netwerksettings. Yup, een simulatie dus. Field data daarentegen is data die verzameld is aan de hand van echte ‘page loads’ van echte bezoekers.

Omdat Google zelf aangeeft dat de kans bestaat dat lab data wellicht niet de ‘real-world bottlenecks’ weergeeft, zouden we het liefste naar de field data kijken. Maar helaas is die data alleen beschikbaar voor websites met echt veel bezoekers, dus moeten normale stervelingen zoals jij en wij het doen met lab data. Beetje jammer, hè?

De geografische locatie van de server speelt een rol

Het is een algemeen bekend gegeven dat de afstand tussen de geografische locatie van een server, waar een website op gehost wordt, en de geografische locatie van de bezoeker van invloed is op de laadtijd van een website. Immers geldt dat hoe groter die afstand is, hoe langer de server nodig heeft om alle bytes af te leveren bij de browser van de bezoeker én hoe groter de kans is op netwerkvertraging. Dat principe is ook van toepassing bij een PageSpeed Insights audit. Op het moment dat je een Nederlandse website gaat testen met een tool die ergens in Amerika draait, dan krijg je altijd een vertekend beeld. Daarom kun je beter gaan testen met een tool die de mogelijkheid biedt om de testlocatie aan te passen zoals Pingdom en GTMetrixom.

Onze conclusie

We zijn van mening dat PageSpeed Insights een handige tool is waar je absoluut een voordeel mee zou kunnen doen. Voorwaarde is wel dat je jouw gezond verstand gebruikt. Vergeet daarbij niet: het doel is niet om de PageSpeed Insights score te verbeteren, maar om de werkelijke snelheid voor echte bezoekers te verbeteren. Laat je niet leiden door alleen PageSpeed Insight, maar gebruik ook andere tools om te kijken wat de impact is van wijzigingen die je aan jouw website aanbrengt. Last but not least; snelheid is slechts één van de factoren die een rol speelt bij ranking in zoekmachines. Zo zal een snelle website met slechte content het nog steeds niet best doen.

Hoewel er nog veel meer te vertellen is over PageSpeed Insights, hopen we dat we met dit blogbericht wat onduidelijkheid weg hebben kunnen nemen. Mocht je naar aanleiding hiervan nog vragen hebben, dan horen we dat uiteraard graag van je.